De Wet van 6

De Wet van 6 met betrekking tot een studie

Wet 1: Interessant

Een studie moet voor een student inhoudelijk interessant zijn. Wij maken gebruik van diverse belangstellingsvragenlijsten, die de interesse in onderwerpen (leerstof), studies, beroepen, werkrollen en werkomgevingen weergeven.

Wet 2: Arbeidsperspectief

Een studie moet een gunstig arbeidsperspectief bieden. Onze psychologen zijn op de hoogte van kansrijke- en minder kansrijke opleidingen en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.

Wet 3: Haalbaar

Een studie moet haalbaar zijn. Wij meten capaciteiten, die nodig zijn om een studie met succes te doorlopen

Wet 4: Werkvermogen

Naast denkkracht moet iemand ook over zelfsturend werkvermogen kunnen beschikken. Wij maken een sterkte-zwakte analyse van de gedragsaspecten, die in meerdere of mindere mate bijdragen aan studiesucces en geven suggesties om eventuele kwetsbare eigenschappen te compenseren, of sterker te maken.

Wet 5: Kwaliteit

Iemand moet in een werkomgeving kunnen floreren op basis van kwaliteiten. Er wordt gebruik gemaakt van de meest gerenommeerde (Big Five) persoonlijkheidsvragenlijsten om een grote hoeveelheid kenmerken in beeld te brengen.

Wet 6: Beste Versie

Wij ondersteunen mensen om hun potentieel te ontwikkelen en de beste versie van zichzelf te worden. Desgewenst strekt het advies zich verder uit dan een studie- of beroepskeuze en wordt nader ingegaan hoe een individu zich kan ontwikkelen, door bijvoorbeeld deel te nemen aan extra curriculaire activiteiten, de invulling van een tussenjaar, studeren in het buitenland en lidmaatschap van een studentenvereniging. Ook wordt meegedacht over een voor de aankomende student interessante studentenstad.

De Wet van 6 met betrekking tot een loopbaan

Wet 1: Interessant

Werk moet inhoudelijk interessant zijn. In een loopbaanonderzoek worden verschillende belangstellingsvragenlijsten ingezet, di

Wet 2: Arbeidsperspectief

Werk moet zoveel mogelijk een gunstig arbeidsperspectief bieden. Onze psychologen trachten bij het uitbrengen van een loopbaanadvies zoveel mogelijk rekening te houden met de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.

Wet 3: Drijfveren en Werkwaarden

Werkzaamheden moeten aansluiten op drijfveren en werkwaarden. Onderzocht wordt wat iemand in beweging brengt om allerlei taken te verrichten en welke aspecten van werk mensen inspirerend vinden.

Wet 4: Kwaliteiten

Iemand moet in een werkomgeving kunnen floreren op basis van kwaliteiten. Om een grote hoeveelheid eigenschappen in beeld te brengen, worden verschillende loopbaanscans ingezet, waarin werk-gerelateerde (Big Five) persoonlijkheidsvragenlijsten zijn opgenomen.

Wet 5: Competenties

Iemand moet zicht hebben op ontwikkelbare competenties. Om naar tevredenheid te kunnen functioneren in een werkomgeving, is het van belang om optimaal gebruik te maken van het potentieel dat iemand tot zijn of haar beschikking heeft.

Wet 6: Bedrijfscultuur

Iemand moet zich thuis voelen in een bepaalde bedrijfscultuur. Naast drijfveren en werkwaarden bepaalt de cultuur van een organisatie eveneens voor een belangrijk deel hoe tevreden iemand zal zijn met allerlei werkzaamheden. Het loopbaanonderzoek geeft antwoord op de vraag in welke bedrijfscultuur een persoon zich het meeste thuis zal voelen.